Het wordt bijna een traditie, vlak voor kerstmis nog even een paar dagen in Sneek logeren en werken. Deze keer ook, een goede gelegenheid om wat uren te stelen met mensen met wie ik veel en graag werk. De laatste jaren ben ik nooit meer alleen in Sneek, we zijn er altijd met een groep. Ook al is het hard werken, daardoor krijgt het soms toch iets van een uitje. Misschien ook door de tijd van het jaar, bijna vakantie, zoals je in zo’n periode ook afsluitende borrels het of iets dergelijks.
Ook altijd de moeite waard om met leerlingen in een andere streek te werken, altijd boeiend om de overeenkomsten en verschillen vast te stellen. Hier zijn ze misschien minder gericht op kunst en cultuur, maar juist dan heb je er ook leerlingen tussen zitten, die er bovenmatig in geinteresseerd zijn. Een paar keer heb ik een aantal uren ongestoord met klassen kunnen werken.
Sinds dit weekend is het vakantie en nu kan ik weer aan mijn manuscript werken. Afgelopen donderdag had ik hier in Amsterdam een gesprek met mijn uitgeefster Kristien en de conclusie is: inhoud zit wel goed, de vorm moet wat aangepast worden.
Dat klopte. Ik ben een beetje doorgeslagen met flashbacks, het was aanvankelijk mijn bedoeling om het eerste kwart op die manier aan te pakken. Maar ik kon er soepel mee doorgaan, in korte, prettige hoofdstukjes die me aanstonden en zo kwam bijna het hele boek uit flashbacks te bestaan.
Te veel van het goede, maar ik had wel het verhaal, en ook een opbouw in die korte hoofdstukjes die ik anders niet had gehad.
Als het meezit, is zo’n beetje doorgeslagen aanpak altijd wel ergens goed voor. Ik wist waar ik mee bezig was, kwam niet vast te zitten en dacht: ik ben benieuwd hoe mensen reageren.
Bovendien heb ik er altijd veel aan als ik een manuscript moet veranderen of als in een volgende fase een omzetting aan de orde is. Van pen naar computer, van computerversie naar verbeterde computerversie, vervolgens naar verbeterrondes vanuit specifieke invalshoeken -telkens verandert het perspectief wat en altijd levert dat wat op. Een manuscript moet op verschillende manieren tegen het licht worden gehouden.
Soms is er een flow van schrijven maar die is niet heilig. Je kunt niet overal tegelijk op letten. In zo’n flow kan er genoeg kloppen, intuitief haast, maar er is geen garantie.
Er speelt altijd heel veel, in principe is het altijd schaken op meer borden tegelijk. Opbouw, lagen, lijnen, taalgebruik en formuleringen, verhoudingen tussen verhaalelementen zoals dialoog, vertellen en beschouwen. Het hangt er ook maar vanaf wat je precies wilt.
Een schrijver zou die flow van schrijven zo hoog kunnen inschalen dat hij de fouten, onzorgvuldigheden, kronkeligheden en andere scheefheden die dat met zich meebrengt accepteert of zelfs een meerwaarde geeft. Dat kan, dat kan ook in een beeld passen, dat kloppend maken maar in het algemeen wil ik het anders.
Ik kies eerder voor het schaven en boetseren vanuit verschillende invalshoeken. Wat niet wil zeggen dat een steriele gaafheid het einddoel is, ook dat nou juist weer helemaal niet. Het gaat juist om het ademen van een verhaal, van een tekst, om het leven dat erin zit.
Inhoud op goede weg, vorm aanpassen
20 zondag dec 2015
Posted Uncategorized
in