In het geval van Jordi legde ik een aantal maanden na het uitkomen van het boek een document aan met zes recensies die de reacties aardig weerspiegelden. Waar het paste of zinnig was haalde ik het aan, citeerde ik eruit of liet ik het zien.
Ik vind zo’n document een prettige basis, het geeft wat rust, en alles mij daarna onder ogen komt en ook de moeite waard is, sla ik meestal wel hier of daar op.
Bij elk boek heb ik wel iets vergelijkbaars gedaan. Als die basis er eenmaal is, zie ik wel wat er verder nog gebeurt. Alles achterhalen zal ik wel niet, denk ik. Als ik zie wat er af en toe ineens opduikt. Al doorklikkend moet je er maar net bijkomen. De algoritmes van de zoekmachines kan ik niet altijd volgen en veranderen ook regelmatig. Iets wat de ene na de andere keer verschijnt, kan op een dag zomaar verdrongen of verdwenen zijn.
Vaak komen er lezersreacties ineens bovendrijven. Zoals pas weer over Neil en ik, kort en krachtig, persoonlijk en in mijn ogen heel raak. Wat er zo in de loop van de tijd nakomt, is vaak gunstig en heel aangenaam van toon.
Voor En toen kwam Timothy had ik nog niet zo’n document aangelegd. Tot 7 juli. Mijn hoofd moet helemaal vrij zijn en meestal heb ik een aanleiding nodig om actief op zoek te gaan naar reacties en recensies. Ik weet alleen zeker dat ik het vroeg of laat wel doe. Totaal negeren daarvan is er bij mij niet bij. Ze kunnen ook invloed hebben op de acties die ik onderneem of op de manier waarop ik over het boek praat of wat ik erover vertel. Zonder boos te worden liefst. Gelukkig kan ook een negatief oordeel verheldering geven, of ik het er nu mee eens ben of niet.
Vanwege de coronacrisis had ik verwacht er eerder aan toe te zijn gekomen. Geen lessen, geen workshops, zij vormen toch de voornaamste obstakels.
In het najaar was de bibliotheekrecensie heel snel gekomen, die gaf al de nodige rust en zekerheid van verkoop aan biblio- en mediatheken. Vanaf dat moment was het wachten op het geschikte moment om zelf op onderzoek uit te gaan. Meestal heb ik een of twee dagen nodig om alles wat ik heb gezien en gelezen op een rijtje te zetten en te weten wat ik ermee aan moet. Wat niet wil zeggen dat ik uitgedacht ben, wel dat ik goed verder kan.
Het is niet iets om tussendoor te doen, dat is ook nu weer bewezen. Natuurlijk hangt het ervan af hoe positief of negatief het totaal uitpakt, of van duidelijkheid of onduidelijkheid voor mij. Maar zelfs als alles heel gunstig klinkt, als ik me aan alle kanten begrepen voel, erkend, herkend, heb ik tijd nodig om dat op een rijtje te zetten, de mogelijkheden ervan te doorzien, mijn eigen reacties te doorgronden. Over het algemeen slaap ik best goed, maar opwinding over iets waar ik heel blij mee ben kan me evengoed wakker houden als slecht nieuws. In dat laatste geval valt slapeloosheid vaak mee, tot mijn verrassing. Onaangename berichten kunnen me blijkbaar zo vermoeien, dat ik ervan in slaap val. In ieder geval gebeurt dat.
Natuurlijk, de recensies die me toegestuurd worden lees ik, zoals begin juni de recensie van Ineke van Nispen waarover ik al schreef. Het gaat om die eigen actie, die eigen zoektocht, waarbij je niet weet waaraan je je blootstelt. Wat je onder ogen krijgt.
Als het eenmaal goed, intensief, gebeurd is, een redelijke tijd na het verschijnen van het boek zodat je het een en ander kunt verwachten, en er een document ligt, maakt het allemaal niet meer zo veel uit. Nu kan ik best af en toe eens even surfen, al blijft ruimte in mijn hoofd en in tijd wel aan te raden.
Via sociale media had ik gezien dat er op 6 juli een recensie bij de Leesfabriek van En toen kwam Timothy zou verschijnen. Die zou ik zeker niet genegeerd hebben, maar deze dag kwam goed uit. Tussendoor keek ik al, uiteindelijk zag ik hem pas in de loop van de avond.
Tekst, na een korte inleiding over het boek: ‘Ondanks andere verwachtingen heeft Brooijmans een prima verhaal geschreven voor young adults over vriendschappen, (on)rechtvaardigheid, je seksuele geaardheid en het nemen van beslissingen.’
Uitstekend, dat klonk goed in mijn oren. Voor de hele recensie moest ik dieper graven en een systeem aanspreken dat ik niet kende en waar ik me even in moest verdiepen. Maar dit kon niet misgaan, dacht ik.
Alleen, wat werd er bedoeld met ‘ondanks andere verwachtingen’? Had de recensente verwachtingen van mij op grond van eerder werk? Had ze van tevoren iets gelezen of gehoord over dit boek? Of had de flaptekst haar op het verkeerde been gezet? Ik hield het op het laatste, al kon ik me daar bijna even weinig bij voorstellen als bij die andere mogelijkheden.
Op dinsdag kreeg ik de hele recensie onder ogen. Mijn veronderstelling klopte toch, de titel en ook de flaptekst hadden bij haar een beeld opgeroepen dat niet helemaal was uitgekomen. Ze had een grotere rol van Timothy in het leven van Jordi verwacht. En ze vond dat de muziek wel erg snel uit het leven van Jordi was verdwenen. Dat had ze graag wat geleidelijker gehad.
Meer in het algemeen meende ze dat in het boek veel goede onderwerpen worden aangesneden maar dat die te summier worden behandeld. Van Jordi kreeg ze wel een goed beeld via zijn gedachten en gevoelens maar ze vond hem soms wat te volwassen. Al gaf ze onmiddellijk toe dat zij het denken van een veertienjarige niet precies kon inschatten. De ‘prettige schrijfstijl’ zorgde ervoor dat ze vanzelf door bleef lezen.
Alles bij elkaar was ik op mijn beurt door het gunstige slotoordeel op het verkeerde been gezet. Al die kanttekeningen verbaasden me, ik kon ze daar niet helemaal mee rijmen.
Hierdoor ontkwam ik er niet meer aan om me nu eindelijk eens goed in de recensies en de stand van zaken te verdiepen.
*
Opnieuw heb ik een document gemaakt met zes recensies en kort samengevat komen de oordelen hierop neer: 3 recensies heel positief, zonder negatieve punten, een daarvan echt laaiend enthousiast, twee recensies komen met een gunstig eindoordeel maar hebben wel aanmerkingen, en een recensie vind ik ronduit negatief, al stipt die recensent wel een laag in het verhaal aan die haar bevalt en is ze benieuwd naar een eventueel vervolg.
Deze laatste recensente heeft vaker kritieken over mijn boeken geschreven: over Neil en ik was ze heel lovend, over Het jaar van de veranderingen was ze minder te spreken en over Jordi juist weer heel positief.
Als een boek niet helemaal goed valt bij haar, wordt ze wel zuur en venijnig, moet ik zeggen. In Het Jaar van de veranderingen wordt hoofdpersonage Astrid keer op keer lastig gevallen door haar stiefvader, steeds een schepje erbovenop, en dat begon haar te irriteren. Eigenlijk de goeie reactie, maar zij wentelde dat af op het boek. Zelf had ik bij het schrijven gelet op die opbouw, ik was me daar volledig bewust van geweest.
Nu ergerde ze zich aan Jordi, iemand die het te goed wil doen, te aardig, te lief, te volwassen. Ze kreeg er ‘jeuk’ van.
Bij de meer kritische recensies draait het om twee elementen: Jordi zelf, en de snelheid waarmee veel onderwerpen passeren.
De recensie van Chicklit is de tweede met een positief eindoordeel maar wel met kritische opmerkingen: ‘ En toen kwam Timothy van Jacques Brooijmans is zeker een leuk coming-of-ageverhaal. Het is jammer dat het verhaal af en toe iets te snel gaat, waardoor sommige verhaallijnen niet altijd even goed worden uitgewerkt. Het hoofdpersonage Jordi is wel een uitstekend neergezet karakter. Ook de fijne schrijfstijl van Jacques Brooijmans kan als een pluspunt worden genoemd.’
Met andere woorden: deze recensente spreekt de wijze waarop Jordi getekend wordt juist heel erg aan. Elders schrijft ze: ‘(…) een positief punt aan dit boek is, is de uitwerking van het personage Jordi. Zijn gedachten worden namelijk uitgebreid op papier gezet. Hij stelt zichzelf af en toe hele diepzinnige of filosofische vragen over wat de wereld van hem verwacht en wat hij moet doen. De auteur heeft hem hierdoor erg realistisch neergezet. Als lezer kan je daardoor ook goed met hem meeleven.’ Verder schrijft ze: ‘De schrijfstijl van de auteur is een ander positief punt van dit boek.’ Ze heeft het over ‘prachtige zinnen’ die ‘soms literair aandoen’. Dat komt mede ook door de ‘diepzinnige vragen’ die Jordi zich stelt.’ En: ‘De vlotte schrijfstijl van de auteur in combinatie met de korte hoofdstukken, die bijna altijd tussen de drie en vijf bladzijdes hebben, zorgen ervoor dat je door het boek heen vliegt.’
Het enige probleem dat zij heeft is eigenlijk de snelle behandeling van sommige verhaallijnen. Ze noemt twee voorbeelden: de dagen in Londen, en de vakantie in Tsjechie. Dan denk ik: goed, in mijn ogen heb ik daar net zoals elders precies behandeld wat ik wilde en moest behandelen, wat nodig was voor het verhaal en de diepte erin, het ervaren, voelen en denken. (Het verblijf in Londen duurt vier dagen, in het boek zeventien bladzijden).
Bij deze recensent overheerst het positieve in sterke mate, vind ik. Leerzaam toch om te zien dat wat de een erg waardeert bij de ander juist verkeerd valt. ‘Realistisch’ bij de een is ‘te volwassen’ bij de ander. Een derde laat in een fijne, directe recensie zonder omhaal en uitweiding het woord ‘sympathiek’ vallen. Verwachtingen spelen een grote rol, Jordi is niet doorsnee maar jongeren zoals hij bestaan, in een of andere gedaante. Mensen zien vaak alleen de grote, algemene beelden, ze hebben geen weet van de krachtige, filosofische gedichten die dertienjarigen soms schrijven. En wie dat meemaakt vindt het geweldig maar normaal, die ziet het tenslotte voor zijn ogen gebeuren.
Zelf heb ik ook veel van Jordi, dat besef ik nu beter. Ook als de puber die ik was. Anderen niet willen kwetsen, overwegen wat je verdraagt, wat je laat passeren. Ik zelf ben wel feller, maar die felheid is ook maar een kant. Jordi is rustiger, en krijgt van alles op zijn dak. Ook aardige mensen krijgen van alles te verduren en het contrast wordt er alleen maar schrijnender door. Niet bij iedereen hoeft het ‘slechte’ altijd aan de oppervlakte te komen. En ‘menselijk’ is hij genoeg, niet alleen in zijn seksuele verkenning, waar de grootste criticus wel waardering voor heeft, neem alleen al zijn angstaanvallen.
Misschien moet je En toen kwam Timothy vaker lezen, dat is vaker van mijn boeken gezegd. Timothy speelt een grote rol, op meerder vlakken, en dat de muziek wegvalt wordt in mijn ogen aannemelijk door verschillende fragmenten. En inderdaad, heel geleidelijk gaat het niet. Dat gebeurt wel vaker, niet alles verloopt volgens eenzelfde stramien en in eenzelfde op- of afbouw.
Ik heb er allemaal over nagedacht, ik heb het allemaal weloverwogen gedaan. Ook wat ik heb weggelaten. De logica speelt altijd een rol, al wint ze nou ook weer niet elk gevecht.
Door deze recensies ben ik meer gaan begrijpen, al hoef ik van mezelf niets aan dit boek te veranderen. Dit is wat ik wilde schrijven.
Boeiend genoeg, over het document met de zes recensies heb ik voor mezelf een artikel van bijna vier duizend woorden geschreven. De combinatie van deze recensies legt van alles bloot, er valt van alles te vergelijken.
Met het document over Jordi had ik het makkelijker. Die kritieken waren allemaal positief, was altijd mijn idee. En dat zijn ze ook, maar bij herlezing merkte ik dat er in twee toch ook kleine kanttekeningen staan. Kleiner dan deze, vrij onbetekenend, vooral vergeleken met die ene, negatief getoonzette recensie deze keer (zij was toen ook wel een van die twee). Maar het verschil is toch minder groot dan ik dacht.
Deze week stuurde een lezer me een korte reactie na het boek gelezen te hebben: heel mooi, heel heftig, heel lief.
Die combinatie van heftig en lief trof me. Weer dat woord lief. Het is toch iets. In dit geval weer positief gewaardeerd.
Opnieuw geestig dat iemand die genoten heeft van dat boek en dat wil laten weten juist dit woord gebruikt, wat eerder niet gevallen is. Alleen in die ene negatieve recensie van eerder deze maand. Alsof het woord ineens in de lucht hangt, en voor heel uiteenlopende mensen te gebruiken.
En hoe sloot die heel enthousiaste recensie af?
‘En toen kwam Timothy is een bijzonder goed geschreven boek dat de wereld van jongeren breder voorstelt dan een plaats waar alleen maar ruimte is voor smartphones en playgames. Gelukkig zijn er ook nog jongeren die ernstig over het leven nadenken, die een lange neus maken tegen Pesters, en die vriendschap en liefde nog dingen vinden waar je op een menselijke manier mee omgaat!’