Tags
Ik blader op deze ontspannen dag de Volkskrant door en stuit opeens op een kleine afbeelding van de omslag van Dwaalsporen, mijn eerste boek.
Direct weet ik dat het om iets positiefs gaat, anders dan wanneer je vlak na het uitkomen van een boek een recensie tegenkomt. Op zich altijd opwindend, en ja, misschien wel liever een slechte recensie dan geen recensie maar toch, een naar stuk hakt er altijd in. In heftige zin meestal niet zo lang, maar als je eraan terug denkt kun je er weer even akelig van worden. Wat er ook tegenover staat. Dat moet je dan weer even tot je door laten dringen, en ja, tegenstrijdige kritieken kunnen verwijzen naar een kracht in het werk. Ook dat moet je dan weer even bedenken.
Aandacht voor een boek dat al langer bestaat, is gunstig. Of op zijn minst gunstig uit te leggen.
Bij het uitkomen van Dwaalsporen zei een vriendin van me: ‘Dit boek heeft het in zich om een klassieker te worden.’ Iemand die dat expliciet en vol overtuiging zei.
Daar moest ik weer aan denken. Voor het eerst las ik in een grote kwaliteitskrant (mijn krant) dat een boek van mij gekoppeld werd aan het woord klassieker. Vlak voor het einde van het jaar, mooi besluit.
Op de laatste of voorlaatste dag van het jaar kiest de Volkskrant altijd van een aantal kunstdisciplines de drie grootste beloftes. De nummer één wordt dan paginagroot geportretteerd aan de hand van een stuk of zes voor hem of haar veelbetekenende of bepalende, invloedrijke werken. Die worden allemaal apart behandeld, in los van elkaar staande kaders, met zoals gezegd een afbeelding van de omslag erbij.
Voor literatuur is dit jaar Roos van Rijswijk de grote belofte. Zij schetst zichzelf onder andere via Simon Carmiggelt, eeuwenoude Arabische sprookjes, Gerbrand Bakker, de bloemlezing Domweg gelukkig in de Dapperstraat en Dwaalsporen.
In de aanhef staat dat zij Carmiggelt en wat onverwachte klassiekers naar boven haalt. Ze mogen van mij Dwaalsporen een onverwachte klassieker noemen. Je moet ergens beginnen.
Ik beweer altijd dat ik liever een blijver heb met een bescheiden verkoop dan een kortstondige hype. Liever word ik door de tijd heen gesignaleerd door mensen die zelf stappen zetten en wat te zeggen hebben dan dat ik een bestseller te pakken heb die aanslaat vanwege een modieus gegeven en daarna voorgoed wegzinkt.
Kort in een mode passen of iets maken dat het lekker doet in een zekere periode is niet waar ik op uit ben.
Een boek als Dwaalsporen mag best af en toe zacht op de achtergrond pruttelen maar moet soms weer opflakkeren en nooit helemaal wegzinken. Dáár ben ik op uit.
Ik zie Dwaalsporen als een volwaardige roman met een speciaal oog gericht op jonge mensen, zoals al mijn boeken, dat is ook het serieus nemen van jongeren. De eerste roman voor iedereen vanaf dertien, veertien jaar over een jongen die zich een meisje voelt in een jongenslichaam. Wat Roos van Rijswijk onder andere heeft gesignaleerd: dat ik niet in de tijd wilde blijven hangen waarin het boek geschreven is.
Ook iets wat ik telkens nastreef in mijn boeken. Altijd bezig op het kruispunt van tijdloosheid en tegenwoordigheid.